Toepasselijk recht
Uit de artikelen 1 en 3 van het Verdrag van 's Gravenhage van 4 mei 1971 inzake de wet die van toepassing is op verkeersongevallen op de weg volgt dat de wet die van toepassing is op de burgerrechtelijke, niet- contractuele aansprakelijkheid voor ongevallen in het wegverkeer de interne wet is van de Staat op het grondgebied waarvan het ongeval heeft plaatsgevonden.
Het Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg, gesloten te Den Haag op 4 mei 1971 kan antwoorden op de vraag welke wet toepasselijk is voor de de schaderegeling veroorzaakt door een ongeval in het buitenland.
Dit kan onder meer van belang zijn om na te gaan of de aansprakelijkheid kan geregeld worden door artikel 29bis W.A.M.-Wet d.d. 21 november 1989, gewijzigd bij wet van 30 maart 1994, dan wel of deze schade dient te worden geregeld naar buitenlands recht.
Het Verdrag van Den Haag bepaalt de wet die van toepassing is op de burgerrechtelijke, niet-contractuele aansprakelijkheid voor ongevallen in het wegverkeer en wel ongeacht voor welke rechter de vorderingen ter zake dienen te worden gebracht.
Onder ongeval in het wegverkeer wordt verstaan een ongeval waarbij één of meer al dan niet gemotoriseerde voertuigen zijn betrokken en dat verband houdt met het verkeer op de openbare weg, op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een beperkt aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Overeenkomstig artikel 3 van dit verdrag is de van toepassing zijnde wet de interne wet van de Staat op welk grondgebied het ongeval heeft plaatsgevonden.
Hierop zijn drie uitzonderingen, verwoord in artikel 4 van voormeld verdrag :
a. Wanneer slechts één enkel voertuig bij het ongeval is betrokken en dit voertuig is ingeschreven in een andere Staat dan die op welk grondgebied het ongeval heeft plaatsgevonden, is de interne wet van de Staat van inschrijving van toepassing op de aansprakelijkheid :
- jegens de bestuurder, houder, eigenaar of elk andere persoon die enig recht heeft op het voertuig zonder acht te slaan op hun gewoon verblijf;
- jegens een slachtoffer dat passagier was, indien het zijn gewoon verblijf had in een andere Staat dan in die op welk grondgebied het ongeval heeft plaatsgevonden;
- jegens het slachtoffer dat zich ter plaatse van het ongeval buiten het voertuig bevond, indien het zijn gewoon verblijf had in de Staat van inschrijving.
b. Wanneer twee of meer voertuigen bij het ongeval zijn betrokken, is het bepaalde onder a) alleen van toepassing indien die voertuigen allen in dezelfde Staat ingeschreven zijn.
c. Wanneer een of meer personen die zich ter plaatse van het ongeval buiten het voertuig of de voertuigen bevonden bij het ongeval betrokken zijn en aansprakelijk kunnen zijn, is het bepaalde onder a) en b) slechts van toepassing indien deze personen allen hun verblijf hadden in de Staat van inschrijving. Dit geldt ook wanneer deze personen tevens slachtoffer zijn van het ongeval.
Indien bij het ongeval een voertuig betrokken is van een andere staat is artikel 4 van voormeld verdrag niet meer van toepassing.
Bij lezing van voormeld artikel blijkt duidelijk dat enkel situaties zijn bedoeld waarin of slechts één voertuig was betrokken, ingeschreven in een andere Staat dan waar het ongeval plaats vond, of meerdere voertuigen betrokken waren die allen in dezelfde Staat waren ingeschreven, verschillend dan de Staat op wiens grondgebied het ongeval gebeurde.
Artikel 8 van het Verdrag van Den Haag schrijft voor dat de toepasselijke wet, naast de aansprakelijkheid in het bijzonder bepaalt :
de voorwaarden en de omvang van de aansprakelijkheid;
- de gronden voor uitsluiting van aansprakelijkheid alsook elke beperking en verdeling van aansprakelijkheid;
- het bestaan en de aard van letsel of schade die voor vergoeding in aanmerking komen;
- op welke wijze en in welke omvang de schade moet worden vergoed;
- de overdracht of overgang van het recht op schadevergoeding;
- welke personen recht hebben op vergoeding van persoonlijk door hen geleden schade;
- de aansprakelijkheid van een principaal voor handelingen van degene die voor hem optreedt;
- de termijn voor de verjaring of het verval van een aanspraak op schadevergoeding, alsmede het tijdstip van aanvang van die termijn en van zijn stuiting of schorsing.
De toepassing van deze artikelen is onafhankelijk van enige vereiste wederkerigheid (art. 10 Verdrag Den Haag 4 mei 1971 ).
Bevoegde rechtbank
De bevoegde rechtbank is die van de woonplaats van de verweerder voor zover de in het geschil betrokken verweerder zijn woonplaats heeft in een lidstaat van de Europese Unie (de Brussel I-Verordening hierover uitsluitsel geven).
Indien de verweerder zijn woonplaats niet heeft in de Europese Unie woont, dient het Belgisch Wetboek van Internationaal toegepast. Dit behelst dat de Belgische Rechtbanken bevoegd zijn wanneer de verweerder in België woont, of wanneer de schadelijke handeling en/of de schade zich in België hebben voorgedaan.