De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid gaat over tot invordering bij wijze van dwangbevel van de aan hem verschuldigde bedragen, onverminderd zijn recht om voor de rechter te dagvaarden.
Alvorens over te gaan tot gerechtelijke invordering of invordering via dwangbevel, verzendt de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de schuldenaar een laatste ingebrekestelling met een boekhoudkundige verantwoording van de bedragen waarop de invordering betrekking heeft, bij aangetekend schrijven of door middel van een elektronische techniek zoals bedoeld in artikel 4/2 van de wet van 24 februari 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid.
Deze ingebrekestelling moet, op straffe van nietigheid, vermelden dat de Rijksdienst, indien de schuldenaar niet overgaat tot betwisting van de verschuldigde bedragen en geen afbetalingstermijnen vraagt en verkrijgt, per aangetekende zending, binnen de maand te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van de ingebrekestelling, kan overgaan tot de invordering van deze bedragen door middel van een dwangbevel.
De ingebrekestelling moet de mogelijkheden vermelden waarover de schuldenaar beschikt om de schuldvordering te betwisten alsook de nadere regels voor de betwisting. De ingebrekestelling moet eveneens de mogelijkheid vermelden om afbetalingstermijnen te vragen.
Het toestaan van afbetalingstermijnen door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid schorst de uitvaardiging van een eventueel dwangbevel alsook de invordering via gerechtelijke weg, en dit in zoverre de toegekende afbetalingstermijnen strikt worden nageleefd.
Het dwangbevel wordt aan de schuldenaar bij gerechtsdeurwaardersexploot betekend. De betekening bevat een bevel om te betalen binnen de 24 uren op straffe van tenuitvoerlegging door beslag, alsook een boekhoudkundige verantwoording van de gevorderde bedragen en een afschrift van de uitvoerbaarverklaring.
De schuldenaar kan tegen het dwangbevel verzet aantekenen voor de arbeidsrechtbank van zijn woonplaats of zijn maatschappelijke zetel.
Het verzet is, op straffe van nietigheid, met redenen omkleed; het dient gedaan te worden [
3 hetzij door middel van een dagvaarding aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bij deurwaardersexploot betekend, hetzij door middel van een verzoekschrift op tegenspraak, en dit binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de betekening van het dwangbevel]
3. De bepalingen van hoofdstuk VIII, eerste deel, van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing op deze termijn, met inbegrip van de verlengingen bepaald bij artikel 50, tweede lid, en artikel 55 van dit Wetboek.
De uitoefening van verzet tegen het dwangbevel schorst de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, alsook de verjaring van de schuldvorderingen opgenomen in het dwangbevel, tot de uitspraak over de gegrondheid ervan is geveld. De reeds eerder gelegde beslagen behouden hun bewarend karakter.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid mag bewarend beslag laten leggen en het dwangbevel uitvoeren met gebruikmaking van de middelen tot tenuitvoerlegging bepaald bij deel V van het Gerechtelijk Wetboek.
De gedeeltelijke betalingen gedaan ingevolge de betekening van een dwangbevel verhinderen de voortzetting van de vervolgingen niet.
De Rijksdienst kan aan zijn schuldenaars op minnelijke wijze afbetalingstermijnen toestaan, vooraleer tot een dagvaarding voor de rechter over te gaan of door middel van een dwangbevel tewerk te gaan.
De betekeningskosten van het dwangbevel evenals de kosten van tenuitvoerlegging of van bewarende maatregelen zijn ten laste van de schuldenaar.