Het sjiisme letterlijk: volgeling van Ali is een van de twee grote ideologische stromingen binnen de islam waarvan de andere het soennisme is. Het sjiisme komt vooral voor in Iran, waar de geschriften van het sjiisme grotendeels de wetten vormen, maar ook in Azerbeidzjan en Irak. Tevens vormen sjiieten een substantiële minderheid in Pakistan, India, Libanon, Jemen, Syrië, Afghanistan (Hazara) en diverse Golfstaten (zie Sjiieten per land). In Turkije staan ze vooral bekend als de Alevieten, al verschillen die beduidend qua praktisering en richten zich vooral meer op de mystiek. De sjiieten of shi'a zijn volgelingen van de islamitische profeet Mohammed en geloven dat zijn opvolger Ali ibn Aboe Talib (getrouwd met Mohammeds dochter Fatima) benoemd was door de profeet Mohammed voor zijn dood. In het sjiisme staat de religieuze en politieke opvolging van Mohammed over de Hidjaz, het Arabisch Schiereiland en later Perzië centraal. Sjiieten baseren het volgen van Ali op verschillende overleveringen (Hadith) over Mohammed en zijn uitleg van bepaalde ayat uit de Koran. De sjiieten verwerpen de eerste drie kaliefen van het soennisme als politieke en religieuze leiders, van wie de eerste Aboe Bakr was. De twee stromingen werden pas definitief nadat imam Hoessein in 680 in Kerbala (in Irak) werd onthoofd door opstandelingen.
Koran en Soenna
De sjiieten geloven in de Koran als het woord van God en in de Soenna als de overgeleverde levensnormen van Mohammed. Dit zijn de pilaren waarop de sjiieten hun wetten en plichten baseren. In de Soenna zoals sjiieten die volgen, hebben niet alle vroege teksten (Hadith) evenveel belang als bij de soennitische moslims.
De imams van de Ahl al-Beit, de kleinzonen van de islamitische profeet Mohammed die hem opvolgen hadden in het sjiisme de taak de filosofie en ware uitleg (tafsir) van de islam te beschermen en uit te leggen aan de moslims.
De cultuur van de sjiieten is vooral in het niet-Arabische Perzië rijk aan beeldentaal en ceremonies. Ook de sterke positie van de hiërarchisch georganiseerde ayatollahs is sterk afwijkend van de religieuze praktijk in de rest van de oemma die geen priesters kent. Men noemt de sjiieten dan ook wel de "katholieken" van de islam. De wahabieten zouden dan de "gereformeerden" zijn. Bijzondere trekken van de sjia zijn de belangrijke plaats van de afbeeldingen van de imams, de nadruk op bloedvergieten en martelaarschap, de rol van de mystiek, de heilige plaatsen, de bedevaarten, de grote feesten en openbare rouw tijdens de maand asjoera om de dood van Imam Hoessein[1]. De hele maand asjoera staat in het teken van rouw. De herdenkingen hebben hun hoogtepunt op de tiende van de maand Ashura, de sterfdag van Imam Hoessein. Tijdens het Asjoerafeest bezoeken de gelovigen eerst de moskee. Ze sluiten de avond af met het navertellen van wat er nabij Karbala was gebeurd. De gelovigen herbeleven in de emotionele verhalen het drama rond Hoessein. Dan gaan sommigen over tot zelfkastijding, symbolisch wordt zo het lijden en pijn van Hoessein meegedragen.
De imam als leider
Een belangrijk kenmerk van deze stroming is de plaats van de imam. Een Sayed is een bloedverwant van één van de twaalf Imams (Ali ibn Abu Talib; Hasan ibn Ali, Husayn ibn Ali; Zayn al-'Abidin; Muhammad-Baqir; Ja'far as-Sadiq; Musa al-Kazim;Ali ar-Reza; Muhammad al-Taqi; Ali an-Naqi; Hassan al-Askari; Muhammad al-Mahdi (waarvan de Shia geloven dat deze is verdwenen om op een dag, samen met Profeet Isa terug te keren). Uiteindelijk is elke Sayed dus bloedverwant van de Heilige Profeet van Islam, Mohammed.
Twee grote martelaren
Het lukte Ali om ondanks de tegenstand van Muawija, de stichter van de dynastie van de Oemajjaden, en Mohammeds weduwe Aisha in 656 de vierde kalief te worden, als opvolger van Othman. Het geruzie tussen de twee partijen mondde echter uit in de moord op Ali in 661 door een partij van ontevredenen, de Khawarijis. Zijn opvolger en oudste zoon Hassan werd korte tijd hierna vergiftigd. Ali's tweede zoon, Hoessein, werd in de Slag bij Kerbala gedood.
Nog altijd worden Ali en Hoessein door de sjiieten vereerd als hun twee grote martelaren. De heiligdommen die gebouwd zijn rond hun graftombes in de Iraakse steden Najaf, Koefa en Karbala zijn voor de sjiieten zeer heilige plaatsen. Martelaarschap is een van de principes die binnen het sjiisme een belangrijke plaats innemen. Deze gebeurtenissen markeren het grote 'schisma' (fitna) binnen de islam.
Mahdi
Sjiieten hebben de verwachting dat de ware, door God gezonden imam, al-Mahdi, eens zal verschijnen om vrede en rechtvaardigheid te stichten. Het verschil tussen sjiieten en soennieten op dit punt is dat de sjiieten geloven dat imam al-Mahdi al is geboren en op 5 jarige leeftijd is verdwenen in Samarra. In zijn terugkeer zal hij worden vergezeld door Isa (Jezus), die als profeet gezien wordt.
Drie stromingen
• thna ashri
Het grootste deel van de sjiieten behoort tot de ithna ashri die ook wel de "twaalvers" worden genoemd omdat zij na Ali nog elf andere imams hebben gekend. Zij geloven dat de twaalfde imam, Mohammed al-Mahdi, door God wordt beschermd en op het einde der tijden terug zal keren om vrede en rechtvaardigheid te stichten. Landen met een demografische meerderheid van twaalvers: Azerbeidzjan, Bahrein, Irak, Iran en Libanon. Afghanistan, Pakistan en Saoedi-Arabië hebben een aanzienlijke demografische minderheid van twaalvers.
• Isma'ilisme
Een andere stroming binnen het sjiisme is het isma'ilisme. In aantallen zijn ze veel minder dan de Ithna ashri, maar ze hebben in de loop van de geschiedenis veel invloed gehad. Zo stichtten zij ooit een groot rijk dat zich in zijn hoogtijdagen uitstrekte van de Atlantische Oceaan in Afrika, tot aan de heilige steden Jeruzalem, Mekka en Medina. Het Fatimidenrijk, zoals dit wordt genoemd, bestond van het jaar 909 tot 1171. Zij worden ook wel "zeveners" genoemd omdat zij maar zeven imams erkennen. Landen met aanzienlijke minderheden zeveners: Pakistan en India (in de Kashmir regio).
• Zaidiyya
Een kleinere stroming staat ook wel bekend als de "vijvers" omdat zij vijf imams erkennen. De Zaidi zijn een vrij gematigde stroming die vooral in Jemen een belangrijk deel van de bevolking uitmaakt. Noord-Jemen heeft van 898 tot 963 een regerende imam gekend die tot de Zaidi behoorde. Landen met een aanzienlijke demografische minderheid vijvers: Jemen (het voormalige koninkrijk Noord-Jemen en de voormalige republiek Noord-Jemen).
• Assassijnen
Na de ineenstorting van het Fatimidenrijk, wisten de isma'ilisten een aantal forten in Perzië te veroveren, onder andere het fort van Alamout. Het is in deze tijd dat de isma'ilisten bekend werden onder de naam Assassijnen. Ze stonden erom bekend dat ze, als ze bedreigd werden, niet schuwden om de leiders van hun vijanden door middel van aanslagen om het leven te brengen.
Tegenwoordig zijn de isma'ilisten verspreid over de hele wereld. Hun imam is prins Shah Karim, Aga Khan IV, die ze erkennen als de 49e imam na Ali.
Alawieten, Alevieten en Droezen
De Alawieten, Alevieten en Droezen worden veelal als afsplitsingen van het sjiisme beschouwd.[3][4][5] Voorts kent ook het Jedizisme sjiitische invloeden.
Spelling
Volgens het Groene Boekje is sjiisme de juiste spelling, evenals sjiiet(en). Andere varianten zoals sji'isme en shi'isme komen echter veelvuldig voor.
Zie ook
Bronnen:
Wikipedia
Frank E. Peters: Islam en de joods-christelijke traditie.Een verkenning. 2006