Samenvatting
Dat schuldeisers geen aanspraak kunnen maken op de persoonlijke rechten vloeit voort uit art. 1166 B.W., volgens welk de schuldeisers nooit die rechten en vorderingen kunnen uitoefenen, die uitsluitend aan de persoon zijn verbonden. Tegemoetkomingen bedoeld om de aantasting van de fysieke integriteit van de menselijke persoon te vergoeden, zijn niet voor beslag vatbaar. Dit is o.m. het geval voor de tegemoetkomingen aan minder-validen, zwaarverminkten en oorlogsslachtoffers (art. 1410, § 2, Ger. W. en bijzondere wetten).
Volgens professor Storme hebben de rechtsregelen en de algemene beginselen van ons rechtssysteem aan de extrapatrimoniale vergoeding een eigen statuut meegegeven, dat ook bij faillissement dient gerespecteerd te worden (M. Storme, «De gefailleerde zijn dood is de schuldeiser zijn brood» (noot onder Hof Antwerpen 22 januari 1988 R.W. 1987-88, 1100- 1102).
Ten slotte dient te worden opgemerkt dat bij werknemers de extrapatrimoniale vergoedingen in het raam van het sociaal recht, terecht, vrijwel onaantastbaar zijn.
Preview
Dit vloeit voort uit art. 1166 B.W., volgens welk de schuldeisers nooit die rechten en vorderingen kunnen uitoefenen, die uitsluitend aan de persoon zijn verbonden. Tegemoetkomingen bedoeld om de aantasting van de fysieke integriteit van de menselijke persoon te vergoeden, zijn niet voor beslag vatbaar. Dit is o.m. het geval voor de tegemoetkomingen aan minder-validen, zwaarverminkten en oorlogsslachtoffers (art. 1410, § 2, Ger. W. en bijzondere wetten). Volgens professor Storme hebben de rechtsregelen en de algemene beginselen van ons rechtssysteem aan de extrapatrimoniale vergoeding een eigen statuut meegegeven, dat ook bij faillissement dient gerespecteerd te worden (M. Storme, «De gefailleerde zijn dood is de schuldeiser zijn brood» (noot onder Hof Antwerpen 22 januari 1988 R.W. 1987-88, 1100- 1102). Ten slotte dient te worden opgemerkt dat bij werknemers de extrapatrimoniale vergoedingen in het raam van het sociaal recht, terecht, vrijwel onaantastbaar zijn. Rechtspraak: toepasselijkheid op de collectieve schuldenregeling: Grondwettelijk Hof, 2 oktober 2008, RW 2008-2009, 868 Art. 1675, § 1, tweede lid, Ger. W. schendt art. 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de vergoeding voor schade die aan ...