Sadomasochisme (een combinatie van sadisme: plezier in het aandoen van pijn, en masochisme: plezier in het ondergaan en onderdrukken van pijn) is een vorm van seksuele beleving waarin één of meerdere van de partner(s) de ander pijn laat ondergaan.
De term wordt vaak afgekort als SM, S&M of S/M. Bij sadomasochisme komt ook wel algolagnie voor, afgeleid van Griekse algos (pijn) en lagneia (lust).
Het toebrengen binnen het sadomasochistische spel van pijn aan een meerderjarig slachtoffer dat daartoe uitdrukkelijk en geheel ongedwongen zijn toestemming verleent, kan - ondanks art. 398 e.v. Sw. - straffeloos blijven op voorwaarde dat het gaat om lichte vormen van fysisch geweld. Nochtans is de rechtspraak het hier niet steeds over eens.
Sadomasochisme en strafrecht
De strafrechtelijke beoordeling van sadomasochisme is geen vanzelfsprekende opdracht aangezien deze handelingen zich in de seksuele sfeer bevinden en daardoor op de delicate scheidingslijn tussen het recht op privacy enerzijds en het recht op fysieke en mentale integriteit van de deelnemers aan deze praktijken anderzijds.
De seksualiteitsbeleving behoort tot het recht op privacy dat wordt gevrijwaard door onder meer artikel 8 van het EVRM.
Seksualiteit is een van de meest intieme aspecten van het privéleven waardoor inmenging van de overheid slechts kan wanneer er daarvoor een wettelijke basis is en wanneer deze inmenging absoluut noodzakelijk is ter vrijwaring van de fysieke en mentale integriteit van de personen die betrokken zijn bij de seksuele handelingen.
In onze democratische en pluralistische rechtstaat is het recht op privacy immers nauw verbonden met het idee dat elke mens het recht heeft om zijn eigen leven en seksualiteit vorm te geven en om zich los te maken van conventies, tradities en morele dogma's.
Privacy behelst het recht om zichzelf te zijn en meteen ook de vrijheid om anders te zijn.
Het recht op privacy beschermt dus ook afwijkende seksualiteitsbeleving, niet enkel bepaalde vormen van "normale" of "aanvaardbare" seksualiteit. Wel integendeel, privacy beschermt seksuele diversiteit en het uitleven van menselijke seksuele fantasieën.
De eigen seksualiteitsbeleving mag niet worden opgedrongen aan de ander. Zolang hij of zij de vrijheid van anderen niet aantast, heeft ieder mens het recht om zich ook op seksueel gebied "anders" of "afwijkend" te gedragen.
Onze samenleving dient zich te onthouden van inmenging in individuele en private seksuele keuzes tenzij ter vrijwaring van de fysieke en mentale integriteit van de betrokken personen.
Het recht op privacy is dus niet absoluut en wordt beperkt door onder meer het recht op fysieke en mentale integriteit.
Onder "ontucht" kan verstaan elke daad van ontspoord seksueel gedrag of elke vorm van niet aanvaardbare seksualiteitsbeleving.
Het criterium is niet wat de betrokken personen "ontuchtig" vinden, wel wat het collectief bewustzijn van de samenleving op dit ogenblik ervaart of aanvoelt als "ontuchtige" seksuele handelingen die strafwaardig zijn.
Wat onze samenleving beschouwt als "ontuchtig" is uiteraard onderhevig aan evolutie. Onze maatschappij is op het vlak van seksualiteitsbeleving de voorbije decennia duidelijk meer vrijdenkend, liberaal en tolerant geworden.
Sadomasochisme is al geruime tijd geen taboe meer. Pijn als middel voor groter seksueel genot is in deze tijden geen marginaal fenomeen. Sadomasochisme staat niet meer noodzakelijk gelijk aan ontspoorde seksualiteitsbeleving.
De films, reportages en boeken waarin sadomasochistische handelingen voor een groot publiek worden getoond en beschreven, zijn mainstream geworden. Een roman over sadomasochisme groeide zelfs uit tot een wereldwijde bestseller die gelezen werd door miljoenen vrouwen en mannen.
Ook in verband met groepsseks zijn de normen in onze samenleving opgeschoven en lijken bijvoorbeeld parenclubs meer en meer maatschappelijk aanvaard.
Velen zijn tegenwoordig van oordeel dat het seksuele spel waaraan instemmende volwassenen zich in besloten ruimten overgeven, alleen nog die mensen zelf aangaat, en geen inmenging ofbemoeienissen van buitenaf duldt (P. ARNOU, "Sadomasochisme: wel ontucht, geen slagen?", noot onder Gent, 23 september 1997, AJT, 1997-98, 263).
Het begrip "ontucht" dient dan ook te worden beoordeeld in het licht van een collectief bewustzijn dat meer en meer opschuift in de richting van vrije, niet-betuttelende en non-conformistische seksualiteitsbeleving.
Sadomasochistische handelingen in afgesloten ruimtes (zonder (mogelijke) inkijk van niet-betrokken derden) tussen instemmende volwassenen kunnen op vandaag slechts als "ontuchtig" in de zin van artikel 380 § 1, 1 ° Sw. worden beschouwd wanneer ze dermate extreem zijn dat ze het collectief bewustzijn schokken.
Sadomasochistische handelingen zijn extreem of "ontuchtig" in de zin van het strafwetboek wanneer zij de fysieke en mentale integriteit van de betrokken personen (potentieel) aantasten, en dus wanneer zij een reëel gevaar vormen op ernstige en/of blijvende schade in hoofde van de personen die deelnemen aan deze seksuele handelingen.
Activiteiten die met suffocatie of verstikking gepaard gaan, terwijl de mogelijkheden om zich hiertegen te verweren door immobilisatie worden uitgeschakeld, zijn gevaarlijke activiteiten die ernstige gezondheidsrisico's met zich mee kunnen brengen.
Evenzeer wordt het grensoverschrijdend en extreem gevaarlijk wanneer het 'slachtoffer' onmogelijk geworden is om op een eenduidige manier kenbaar te maken dat alle activiteiten dienen stopgezet.
Dat voor deze handelingen dan vooraf toestemming werd gegeven is irrelevant.
Het recht op privacy en het recht op vrije seksualiteitsbeleving beletten niet dat dergelijke extreme sadomasochistische handelingen door de overheid worden verboden. Dit verbod is immers absoluut noodzakelijk ter vrijwaring van de fysieke en mentale integriteit van de personen die betrokken zijn bij dergelijke seksuele handelingen.
Is een SM-rollenspel prostitutie
Onder "prostitutie" dient verstaan elke seksuele handeling tegen betaling waarbij fysiek contact tot stand wordt gebracht tussen personen dat gericht is op een seksuele beleving in hoofde van degene die de handeling verlangt.
In dit verband benadrukt de rechtbank dat het zichzelf prostitueren niet strafbaar
In ons land wordt thans het abolitionistische systeem aangehouden, waarbij niet het passief plegen van prostitutie op zich, maar de uitbuiting van andermans prostitutie bestraft wordt.
Het feit dat een persoon zichzelf ter betaling aanbood en dus prostitueerde, is dan ook niet strafbaar.
Het aanwerven, meenemen, wegbrengen of bij zich houden in de zin van artikel 380 §1, 1 ° Sw. slaat op het scheppen van de mogelijkheden tot het beoefenen van ontucht of prostitutie.?
Een persoon betalen om bij te staan in een seksueel rollenspel waaraan derden tegen betaling kunnen deelnemen is aldus strafbaar in de zin van de zin van artikel 380 §1, 1 ° Sw.
Het misdrijf van het houden van een huis van ontucht of prostitutie veronderstelt een zekere organisatie van blijvende aard en herhaling van de handelingen van ontucht of prostitutie.
Meerdere malen en SM rollenspel organiseren waaraan tegen betaling kan worden deelgenomen op een georganiseerde wijze maakt het misdrijf “houden van een huis van ontucht” uit.
Maakt SM het misdrijf foltering uit?
Foltering wordt in artikel 417bis, 1 ° Sw. door de wetgever gedefinieerd als elke opzettelijke onmenselijke behandeling die hevige pijn of ernstig en vreselijk lichamelijk of geestelijk lijden veroorzaakt.
Deze definitie werd ingevoerd door de wet van 14 juni 2002 houdende overeenstemming van het Belgische recht met het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, aangenomen te New York op 10 december 1984 (hierna de "Wet van 14 juni 2002" genoemd).
Voor de inwerkingtreding van de Wet van 14 juni 2002 had de wetgever geen definitie gegeven van de term foltering. Er werd enkel gepreciseerd dat het om een lichamelijke foltering moest gaan.
Met de Wet van 14 juni 2002 werd foltering gedefinieerd als "elke opzettelijke onmenselijke behandeling die hevige pijn of ernstig en vreselijk lichamelijk of geestelijk lijden veroorzaakt". Dit impliceerde een belangrijke verruiming van het begrip foltering in het Belgische recht aangezien ook geestelijk lijden nu als foltering kan worden gezien (T. DENYS en C. DE ROY, Artikelsgewijze commentaar. Gijzeling, losbl., afl. 44 (22 september 2003), 105).
Uit de voorbereidende werkzaamheden van de Wet van 14 juni 2002 blijkt dat de definitie van foltering werd geënt op het EVRM en de rechtspraak van het EHRM en dat er geen rekening gehouden werd met bepaalde beperkingen aan dit begrip die tot uiting kwamen in het Verdrag van New York van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing ( Gedr. St. Kamer, 2000-2001, nr. 1387, p. 7,§13).
In artikel 417bis Sw. wordt er net als in artikel 3 EVRM een onderscheid gemaakt tussen foltering (artikel 417bis, 1°), onmenselijke behandeling (artikel 417bis, 2°) en onterende (in het EVRM "vernederende") behandeling (artikel 417bis, 3%).
Uit de voorbereidende werkzaamheden van de Wet van 14 juni 2002 kan worden afgeleid dat het onderscheid tussen deze verschillende begrippen wordt gemaakt op basis van de intensiteit van de behandeling die het slachtoffer diende te ondergaan.
Foltering wordt daarbij gezien als een ernstiger vorm van onmenselijke behandeling. In de voorbereidende werkzaamheden van de Wet van 14 juni 2002 werd het verschil in intensiteit tussen de begrippen foltering en onmenselijke behandeling verduidelijkt op basis van de rechtspraak van het EHRM. Volgens deze voorbereidende werkzaamheden geldt foltering slechts voor een opzettelijke en onmenselijke behandeling die bovendien zeer ernstig en gruwelijk leed veroorzaakt (Gedr. St. Kamer, 2000-2001, nr. 1387, p. 9,§21).
Sadomasochistische handelingen ten aanzien van een persoon kunnen niet worden beschouwd als foltering.
In dit verband mag niet uit het oog verloren worden dat de deelnemer aan SM spel zelf toestemming geeft voor deze handelingen die de uiting zijn van diens eigen seksuele fantasieën, mits er geen sprake is van een wilsgebrek en de eigen grenzen niet worden overschreden.
Mogelijks gaat zulks om ontspoorde en "ontuchtige" seksuele handelingen, maar daarom nog niet als foltering in de zin van artikel 417bis Sw.
Slagen en verwondingen toegebracht in een SM rollenspel
Slagen of verwondingen in het kader van een SM rollenspel zijn geen doel op zich, maar een middel om hoger seksueel genot te realiseren.
Desalniettemin betreft zulks slagen of verwondingen die wetens en willens worden toegebracht zodat voldaan is aan het algemeen opzet van artikel 398 Sw.
De toestemming van het “slachtoffer” kan niet beschouwd worden als rechtvaardigingsgrond.
In het Belgisch strafrecht kan toestemming het toebrengen van slagen of verwondingen niet rechtvaardigen. Dit wordt radicaal afgewezen door de Belgische rechtspraak en rechtsleer omdat de strafwet van openbare orde is en dat particulieren er bijgevolg niet in private overeenkomsten kunnen van afwijken.
Wel kan het principe worden aanvaard dat slagen of verwondingen toegebracht in het kader van sadomasochistische handelingen kunnen worden toegelaten op grond van een hogere rechtsnorm, met name artikel 8 van het EVRM dat ook betrekking heeft op de bescherming van seksualiteitsbeleving.
Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen enerzijds het beleven van sadomasochistische handelingen in afgesloten ruimtes (zonder (mogelijke) inkijk van niet-betrokken derden) tussen instemmende volwassenen (dit kan onder bepaalde voorwaarden worden toegelaten) en anderzijds het bewust tentoonstellen of verspreiden van foto's en video's van sadomasochisme op een vrij raadpleegbare website waarbij reclame gemaakt wordt voor deze handelingen.
Het tentoonstellen of verspreiden op het internet van sadomasochistische beelden wordt uiteraard niet beschermd door het recht op privacy of door het recht op vrije, individuele en private seksualiteitsbeleving.
Slagen of verwondingen die plaatsvond in het kader van een seksueel rollenspel met reëel gevaar op ernstige en/of blijvende schade zijn evenwel niet gedekt door artikel 8 van het EVRM.
Het recht op privacy, zoals voorzien in artikel 8 EVRM, belet niet dat sadomasochistische handelingen strafrechtelijk worden beteugeld wanneer dit verbod absoluut noodzakelijk is ter vrijwaring van de fysieke en mentale integriteit van de personen die betrokken zijn bij dergelijke seksuele handelingen.
Het recht op privacy, zoals voorzien in artikel 8 EVRM, belet niet dat sadomasochistische handelingen strafrechtelijk worden beteugeld wanneer dit verbod absoluut noodzakelijk is ter vrijwaring van de fysieke en mentale integriteit van de personen die betrokken zijn bij dergelijke seksuele handelingen.
Strafbare verspreiding van foto's en videobestanden "houdende sadomasochistische gedragingen"
Een onderscheid dient gemaakt te worden tussen enerzijds het beleven van sadomasochistische handelingen in afgesloten ruimtes (zonder (mogelijke) inkijk van niet betrokken derden) tussen instemmende volwassenen (dit kan onder bepaalde voorwaarden worden toegelaten) en anderzijds het bewust tentoonstellen of verspreiden van foto’s en video’s van sadomasochisme op een vrij raadpleegbare website waarbij reclame gemaakt wordt voor deze handelingen.
Het tentoonstellen of verspreiden op het internet van sadomasochistische beelden wordt niet beschermd door het recht op privacy of door het recht op vrije, individuele en private seksualiteitsbeleving.
Een greep uit de rechtspraak:
• Gent 23 september 1997, A.J.T. 1997-98, 260, noot ARNOU, P. ; , R.W. 1997-98, 855, noot VANDEPLAS, A.met noot ARNOU, P., Sadomasochisme: wel ontucht, geen slagen?
De ongedwongen en voorafgaande toestemming van het slachtoffer kan rechtvaardigend werken ten aanzien van lichte slagen en/of verwondingen aan meerderjarigen toegebracht in het kader van een sadomasochistische beleving van de seksualiteit, nu elkeen in beperkte mate en ter bereiking van een redelijk doel over zijn lichamelijke integriteit beschikt.
Sadomasochistische praktijken blijven - ook wanneer ze slechts gepaard gaan met lichte fysische gewelddaden - heden ten dage de openbare zedelijkheid schokken, zelfs al heeft iedere deelnemer uitdrukkelijk zijn toestemming ertoe verleend en ook al zou er geen winstbejag aanwezig zijn en vertoont alles een zeer gecontroleerd karakter. Dergelijke praktijken leveren dan ook zeker ontucht op in de zin van art. 379 e.v. Sw.
De strafrechter kan niet bij wijze van algemene uitspraak vaststellen of sadomasochistische praktijken al dan niet het misdrijf opzettelijke slagen opleveren. Hij vermag enkel na te gaan of de concrete sadomasochistische daden uit een voorliggend dossier de strafbepalingen uit art. 398 e.v. Sw. schenden.
Het toebrengen binnen het sadomasochistische spel van pijn aan een meerderjarig slachtoffer dat daartoe uitdrukkelijk en geheel ongedwongen zijn toestemming verleent, kan - ondanks art. 398 e.v. Sw. - niet-strafbaar blijven op voorwaarde dat het gaat om lichte vormen van fysisch geweld.
• Brussel 15 december 1994, Rev. dr. pén. 1996, 342, noot.
Advertenties in gespecialiseerde tijdschriften om aanhangers van sadomasochisme te recruteren vormen een inbreuk op art. 380 quater, lid 2 Sw. (oud).
• Brussel 24 april 1991, J.T. 1992 (verkort), 15; , Journ. proc. 1991, afl. 195, 30. Hoe legaal is porno?
De handel in en vertoning van erotische videofilms is op zich niet als een openbare schending van de goede zeden te beschouwen. Inzoverre de bedoelde videofilms geen scènes bevatten van seksueel geweld, van pedofilie, van bestialiteit of van sadomasochisme en inzoverre de voorstelling van verschillende vormen van seksuele relaties tussen instemmende partners enkel gericht is tot een publiek dat daarmee instemt, zonder dat het bekijken van deze films ongewild wordt opgedrongen, is er geen inbreuk op de strafwetgeving inzake de bescherming van de goede zeden.
• Corr. Kortrijk (8e k.) 30 april 2002, TWVR 2002, afl. 1, 30, noot.
Inzake het misdrijf van openbare schennis van de goede zeden moet worden aangenomen dat het collectief bewustzijn anno 2002 het in voorraad hebben met het oog op de handel van, én de handel zelf in videobeelden met copulatie, ejaculatie, sodomie, fellatio, cunnilungus en groepsseks bij of tussen meerderjarige instemmende personen niet meer als strijdig met de goede zeden ervaart. Terzake heeft zich dus een evolutie voorgedaan sinds het arrest Cass. AR 6557, 15 maart 1994.
Daarentegen acht hetzelfde collectief bewustzijn op heden beelden van extreme vormen van sadomasochisme, van gedwongen sex t.a.v. meerderjarigen, van sexuele handelingen van welke aard ook t.a.v. minderjarigen, van urolagnie, van coprolagnie en van bestialiteiten wel strijdig met de goede zeden.
• Cass. (2e k.) AR P.97.1353.N, 6 januari 1998 (A.) ; , Arr. Cass. 1998, 10; , Bull. 1998, 11; , Jaarboek Mensenrechten 1997-98, 195, noot VANDENHOLE, W., De grens overschreden? Sadomasochisme en art. 8 EVRM; , R.W. 1998-99, 290, noot; , Rev. dr. pén. 1999, 562, noot DE NAUW, A., Les conditions générales de la sanction ; Rev. trim. dr. fam. 2000, 203, noot GENICOT, G. Le sadomasochisme face à la liberté sexuelle et au droit au respect de la vie privée
Sadomasochistische praktijken die gepleegd worden ten aanzien van een persoon die er op wettige wijze mee instemt, en niet van aard zijn de gezondheid van degene aan wie ze worden toegebracht aan te tasten, moeten worden geacht te behoren tot het privé-leven, waarvan de eerbiediging moet leiden tot uitsluiting van straf ook al zijn de bestanddelen van het wanbedrijf opzettelijke verwondingen of slagen verenigd (art. 8 E.V.R.M.; art. 392 en 398 Sw.).
Het wanbedrijf opzettelijk toebrengen van verwondingen of slagen vereist als moreel bestanddeel slechts algemeen opzet, dit is het wetens en willens stellen van de bij de wet verboden handeling die bestaat in het aantasten van de fysieke integriteit van de persoon aan wie de verwondingen of slagen worden toegebracht (art. 392 en 398 Sw.).
Het moreel bestanddeel vereist voor het bestaan van het wanbedrijf bepaald bij art. 380bis, par. 1, 1° Sw. is het bijzonder opzet andermans driften te voldoen; niet vereist is dat de dader bovendien zou handelen met de bedoeling voor zichzelf of voor anderen winst te verwerven.
Het materieel bestanddeel van het wanbedrijf bepaald bij de art. 392 en 398 Sw. vereist alleen dat verwondingen of slagen werden toegebracht, d.i. dat de fysieke integriteit van een persoon werd aangetast.
• Brussel 15 december 1994, Rev. dr. pén. 1996, 342, noot.
Ook al worden de zeden losser en is verdraagzaamheid geboden ten aanzien van de sexuele keuzes van individuen, toch zijn sadomasochistische praktijken van derden op iemand die ermee instemt een vorm van gedrag gekenmerkt door de uitspattingen eigen aan ontucht.
Degene die zijn echtgenote ertoe overhaalt zich te lenen tot sadomasochistische praktijken met derden, gerecruteerd door middel van krantenadvertenties, dwingt haar met het oog op het plegen van ontucht of op prostitutie van anderen (art. 380bis, 1° Sw. (oud)).
Degene die in zijn private woonplaats herhaaldelijk sadomasochistische sessies organiseert - met het gepaste materiaal - houdt een huis van ontucht open (art. 380bis, 2° Sw. (oud)).
Advertenties in gespecialiseerde tijdschriften om aanhangers van sadomasochisme te recruteren vormen een inbreuk op art. 380 quater, lid 2 Sw. (oud).
• Corr. Nijvel 4 februari 1993, J.L.M.B. 1993, 1067
Prostitutie veronderstelt winstbejag. Ontucht is een ruimer begrip dat, meer in het bijzonder op de geslachtsdaad gericht is, maar voornamelijk het idee van uitspatting inhoudt.
Sadomasochistische praktijken in een private plaats tussen toestemmende volwassenen die aankondigingen in gespecialiseerde tijdschriften lezen teneinde deel te nemen aan bijeenkomsten waarop deze praktijken worden uitgevoerd, schokken de openbare zedelijkheid niet meer.