Door de kennis van de werking van de hersenen kunnen we een groot aantal gedragsstoornissen, deviant gedrag en zelfs crimineel gedrag verklaren. In feite zijn we ook niets anders dan ons eigen brein.
Wanneer bepaalde delen van de hersenen beschadigd of gestimuleerd worden kan dit resulteren in het meest onbegrijpelijke gedrag.
Wie in bejaardenhuizen werkt of er vaak komt ken de demente mannen die met hun broek op hun enkels achter de verpleegsters hollen en hun levenslang zeer voorname burgers zijn geweest.
Mensen met hersenletsels, kunnen plots compulsief, impulsief en gevaarlijk gedrag vertonen.
Alcoholmisbruik gaat juist hand in hand met snelheidsmisdrijven, maar ook met geweldmisdrijven, kan resulteren in het syndroom van Korsakov met verregaande gedragsstoornissen.
Echtparen die jarenlang harmonieus en liefdevol hebben samengeleefd kunnen bij dementie bijzonder agressief worden tegenover mekaar, met messen achter mekaar zitten, de begrafenisondernemer opbellen in plaats van de ziekenwagen bij een beenbreuk door partnergeweld.
Middels drugs en alcohol worden morele waarden van strijdende troepen weggeveegd om ze vlak voor de aanval tot moordmachines te maken.
De drift van de demente die met enkels op de broek verpleegsters lastig viel bestond ook tijdens zijn leven, maar hij had een werkend normen en waardensysteem waardoor dit in bedwang werd gehouden.
Het killersinstinct is een instinct tot zelfbehoud in elk mens aanwezig verborgen in het oerbrein, dat door het wegvallen van bepaalde functies in de hersenen, door brainwashing, conditionering tot leven kan komen.
Het roedelinstinct, het volgen van de leider en van de groep is een instinct dat veel hoger aan de oppervlakte ligt en zeer gemakkelijk kan aangewakkerd worden.
Het bewijs hiervan vraagt geen grote criminologische kennis:
• Een drugprobleem op een school is in de regel geen individueel probleem van een leerling maar van een hele klas.
• Wanneer er gepest wordt op de werkvloer, drijven pesters collega's mee, zodat het pestgedrag het gedrag van een heel bedrijf (of toch een groot deel van de werknemers kenmerkt).
• Godsdienstfanatisme met gewelddadige uitspattingen van kruistochten tot Jihad, zijn daden waartoe wordt opgeroepen en waarbij honderdduizenden volgen.
• Racisme is een keuze voor de eigen soort en de eigen clan, is eigen volk eerst, is een oerinstinct dat afstamt van ons brein als holbewoner, strijdend voor ons eigen hol eerst. Daarom zeggen zoveel mensen: "Ik ben geen racist maar...' of "ik ben een racist en ben er fier op"). Het vergt weinig moeite om door de aanwezigheid van dit oerinstinct mensen tot de meest idiote en gevaarlijke gedachten en daden te brengen.
De aanwezigheid van het kwaad in ons brein en de afwezigheid van absolute vrije wil, maakt ons niet onverantwoordelijk en dus ook niet onstrafbaar. Wel begrijpbaar en aanpakbaar, vaak behandelbaar.
Wanneer men echter als advocaat geconfronteerd wordt met seksuele misdrijven, ernstige gewelddelicten, het verlies van normen en waarden, compulsief gedrag, dient de advocaat niet alleen aan te dringen op een grondige psychiatrische analyse, maar ook op een neurologische scan van de hersenen.
Wanneer we inmiddels in de hersenen, hebben kunnen vaststellen dat de morfologie van de hersenen bepalend is voor eigenschappen zoals deze van savanten , voor onze seksuele voorkeur inzake homoseksualiteit en heteroseksualiteit (Theorie van Swaab, weze het bekritiseerd) dienen we ons ook vragen te stellen naar de rol van de hersenen en afwijkingen in de hersenen die gesteund kunnen zijn door dysfunctie van de hersenen. Zie bijvoorbeeld de stelling van Swaab inzake pedoseksualiteit, begrip dat hij evenwel verkeerdelijk gelijk stelt met pedofilie. zie Dick Swaab over hersenen en pedofilie.
Onmiddellijk verwittigen we de advocaat om niet te vlug in al te groot enthousiasme de volledige verdediging op te bouwen rond de organische structuren van ons brein. Veel onderzoek dient nog verricht en ook de tegenpartij en het Openbaar Ministerie kan deze theorie met een zwaai van Ockhams scheermes wegsnijden of wegblazen met een cartesiaanse twijfel.