Samenvatting
Art. 1344 bis Ger. W. biedt aan de eisende partij de mogelijkheid en niet de verplichting om te opteren voor de rechtsingang bij verzoekschrift in plaats van bij dagvaarding.
In de rechtspraak en de doctrine is er controverse over de kwestie of de eisende partij die heeft gekozen voor de gemeenrechtelijk en duurdere wijze van rechtsingang bij dagvaarding, als winnende partij tot de kosten van dagvaarding kan worden veroordeeld (A. Verbeke, Knelpunten Huur, Intersentia 2003,p. 18-19).
Een deel van de rechtspraak stelt dat de rechtsingang bij dagvaarding slechts verantwoord is als de eiser kan aantonen dat het niet zeker is dat de verweerder met een gerechtsbrief kan worden bereikt, bv. in het geval dat de eiser vernomen heeft dat de verweerder aan het verhuizen is (Vred. Gent, 8.11,1999, T.G.R. 2000, 17, noot V. Tollenaere).
Deze rechtspraak gaat dan uit van de volgende redenering:
"De goede trouw dient bij de procesvoering in acht te worden genomen en dit impliceert dat de procesvoerende partijen zich loyaal dienen te gedragen, hetgeen inhoudt dat, wanneer zij de keuze hebben tussen twee mogelijke manieren van rechtsingang met een gelijk voordeel, zij dient te opteren voor de minst kostelijke wijze van rechtsingang. Doet zij dit niet, dan begaat zij een fout in de zin van art. 1382 B.W.
In toepassing van art. 1017 Ger. W. en in combinatie met art. 1382 B.W. dienen aldus de kosten van dagvaarding ten laste worden gelegd van de eisende partij (J. Laenens, "Verwijzing in nutteloze gerechtskosten" noot onder Antwerpen, 6.10.1981, R.W., 1981-82, 2561); Vred. Kruishoutem, 23.12,1998, T.G.R., 1999,3)".
zie in deze zin: Vrederechter Oudenaarde-Kruishoutem 07/03/2007 (A.T 04A31 ref 5842) niet gepubliceerd.
Preview
Art. 1344 bis Ger. W. biedt aan de eisende partij de mogelijkheid en niet de verplichting om te opteren voor de rechtsingang bij verzoekschrift in plaats van bij dagvaarding.
In de rechtspraak en de doctrine is er controverse over de kwestie of de eisende partij die heeft gekozen voor de gemeenrechtelijk en duurdere wijze van rechtsingang bij dagvaarding, als winnende partij tot de kosten van dagvaarding kan worden veroordeeld (A. Verbeke, Knelpunten Huur, Intersentia 2003,p. 18-19).
Een deel van de rechtspraak stelt dat de rechtsingang bij dagvaarding slechts verantwoord is als de eiser kan aantonen dat het niet zeker is dat de verweerder met een gerechtsbrief kan worden bereikt, bv. in het geval dat de eiser vernomen heeft dat de verweerder aan het verhuizen is (Vred. Gent, 8.11,1999, T.G.R. 2000, 17, noot V. Tollenaere).
Deze rechtspraak gaat dan uit van de volgende redenering:
"De goede trouw dient bij de procesvoering in acht te worden genomen en dit impliceert dat de procesvoerende partijen zich loyaal dienen te gedragen, hetgeen inhoudt dat, wanneer zij de keuze hebben tussen twee mogelijke manieren ...