Proces van Neurenberg
-
Deze bijdrage gaat over het Proces tegen de kopstukken van de Nazi-regering; voor een artikel over alle overige Processen van Neurenberg zie Processen van Neurenberg.
|
Het Proces van Neurenberg
(eig.: 'Major war criminals of European Axis') is het in de Duitse stad Neurenberg gehouden proces tegen 22 kopstukken van het nazi-regime uit de Tweede Wereldoorlog. Het proces begon op 20 november 1945 en duurde tot 1 oktober 1946, toen het vonnis werd uitgesproken. Het proces werd geleid door de Grote Vier, de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De overige geallieerde landen stuurden waarnemers. Tijdens dit proces waren verschillende betrokkenen actief.
Critici hebben soms getracht de legitimiteit van dit proces aan te vechten door aan te voeren dat mogelijk door de geallieerde troepen bedreven vergelijkbare misdaden niet vervolgd werden, en door te stellen dat veroordeling van te voren al vastgestaan zou hebben. Dit laatste wordt in belangrijke mate ontkracht doordat verschillende gedaagden vrijgesproken zijn en anderen tot relatief lichte straffen veroordeeld werden. Thans wordt het Tribunaal van Neurenberg algemeen beschouwd als belangrijk beginpunt van het Internationaal strafrecht.
Gedaagden
• Hermann Göring (plaatsvervanger van Adolf Hitler, leider van de Luftwaffe en Rijksmaarschalk, pleegde vóór zijn terdoodbrenging zelfmoord in zijn cel)
• Karl Dönitz (Duits groot-admiraal van de Kriegsmarine en opvolger van Hitler)
• Albert Speer (Hitlers Rijksarchitect en latere Minister van Bewapening)
• Arthur Seyss-Inquart (rijksminister van Buitenlandse Zaken, rijkscommissaris voor bezet Nederland, nauw betrokken bij de Oostenrijkse annexatie)
• Rudolf Hess (Nazi van het eerste uur, plaatsvervanger van Adolf Hitler tot 1941, medewerker aan Mein Kampf)
• Hans Frank (generaal-gouverneur van bezet Polen)
• Joachim von Ribbentrop (Nazi-minister van Buitenlandse Zaken)
• Franz von Papen (diplomaat en vicekanselier in 1933)
• Ernst Kaltenbrunner (SS-generaal)
• Julius Streicher (jodenhater en journalist)
• Erich Raeder (Duits groot-admiraal van de Kriegsmarine)
• Baldur von Schirach (leider van de Hitlerjugend)
• Fritz Sauckel (rijksstadhouder in Thuringen en chef van de Arbeidersinzet)
• Alfred Jodl (kolonel-generaal in het Duits leger, medeondertekenaar Duitse capitulatie)
• Hjalmar Schacht (Duits minister van economische zaken)
• Walther Funk (Staatssecretaris van Propaganda en Minister van Economische Zaken)
• Wilhelm Keitel (Veldmaarschalk in het Duitse leger en medeondertekenaar van de Duitse capitulatie)
• Konstantin von Neurath (minister van buitenlandse zaken tot 1938)
• Wilhelm Frick (minister van binnenlandse zaken)
• Hans Fritzsche (chef van de Radio Sectie van het ministerie van Propaganda)
• Robert Ley (chef van de Arbeidersdienst, pleegde zelfmoord gedurende het proces)
• Alfred Rosenberg (Minister van de Duitse bezette gebieden in Oost-Europa).
en bij verstek :
Martin Bormann (Reichsleiter en privé-secretaris van Hitler)
De Duitse militaire industrieel Gustav Krupp werd vanwege zijn zwakke gezondheid niet vervolgd.
Ook de NSDAP, de SS, de SA, de Duitse legerleiding, SD, Gestapo en andere nazi-organisaties stonden terecht.
Niet gedaagd
De volgende Nazi-kopstukken werden niet gedaagd in het Proces van Neurenberg:
Adolf Hitler (Führer en dictator van Nazi-Duitsland, opperbevelhebber van de Wehrmacht, pleegde op 30 april 1945 zelfmoord in zijn bunker in Berlijn)
Heinrich Himmler (leider van de SS en Gestapo, werd aanvankelijk wel gedaagd maar pleegde zelfmoord op 23 mei 1945 nadat hij gevangen genomen was door de Britten)
Joseph Goebbels (Minister van Propaganda, een van de fanatiekste nazi's, pleegde op in de nacht van 1 op 2 mei samen met zijn vrouw Magda zelfmoord in Hitlers bunker in Berlijn nadat zij hun zes kinderen gedood hadden)
Adolf Eichmann (één van de verantwoordelijke voor de holocaust op ongeveer 6 miljoen Joden, gevlucht naar Argentinië, in 1962 alsnog ter dood veroordeeld en geëxecuteerd in Israël)
Rechters
De geallieerden hebben elk twee rechters (één rechter en één plaatsvervanger) aangewezen.
Francis A. Biddle en John J. Parker voor de Verenigde Staten
Iona T. Nikitschenko en Alexander F. Wolchkow voor de Sovjet-Unie
Sir Geoffrey Lawrence en Norman Birkett voor Groot-Brittannië
Henri Donnedieu de Vabres en Robert Falco voor Frankrijk.
Geoffrey Lawrence was voorzitter van de rechtbank. Hoofd van het team van aanklagers was een Amerikaan: Robert Jackson.
Misdaden
De verdachten stonden terecht voor
Het is van belang hierbij op te merken dat de rechters het verweer "Befehl ist Befehl" (bevel is bevel) ten principale hebben verworpen.
Een ander verweer van de verdachten was, dat men vond dat het legaliteitsbeginsel geschonden werd. Immers, zowel nationaal- als internationaalrechtelijk bestonden er geen wetten of verdragen tegen wat zij gedaan hadden (er waren overigens wel al verdragen tegen strijdgassen en dumdumkogels, maar dat deed hier niet ter zake). Ook dit verweer werd van de tafel geveegd met een beroep op het natuurrecht. Bepaalde rechtsregels zijn van alle tijden en gelden voor alle volkeren. De gedaagden noemden dit "Siegerjustiz". De beklaagden werden veroordeeld volgens het charter van Neurenberg, dat ook wel eens het grondbeginsel van het internationaal recht genoemd wordt
Uitspraak
Op 1 oktober 1946 werden de uitspraken voorgelezen.
Ter dood werden veroordeeld (12): Göring, Von Ribbentrop, Kaltenbrunner, Frank, Streicher, Jodl, Seyss-Inquart, Keitel, Rosenberg, Frick, en Sauckel. Bormann werd bij verstek ter dood veroordeeld. Göring pleegde zelfmoord in zijn cel voordat het vonnis kon worden voltrokken.
Levenslang: (3) Hess, Funk en Raeder.
20 jaar (2): Von Schirach en Speer.
15 jaar (1): Von Neurath
10 jaar (1): Dönitz
Vrijgesproken werden ten slotte: Von Papen, Schacht en Fritzsche. Deze drie werden direct alsnog door de Duitse politie opgepakt en tot celstraffen veroordeeld, waarvan ze overigens maar een klein deel uitzaten.
De NSDAP, Gestapo, SA, SD, SS en andere nazi-organisaties werden als illegaal bestempeld en opgeheven.
Getuigen
Rudolf Höss (kampcommandant van vernietigingskamp Auschwitz, stond niet terecht, maar was kroongetuige omtrent de misdaden in vernietigingskamp Auschwitz. Bij een later proces werd hij ter dood veroordeeld.)
Executie van de doodvonnissen
Op 16 oktober 1946 werden de veroordeelden ter dood gebracht. De doodvonnissen werden uitgevoerd door sergeant James C. Woods. De veroordeelden werden opgehangen volgens het principe van een lange val, waarna de nek brak. Volgens de officiële rapporten ging alles volgens plan, maar tegenwoordig wordt wel beweerd dat dat niet het geval was en dat Woods de val met opzet korter had gemaakt, zodat de veroordeelden zouden sterven door verstikking. De tijd tussen de executie en doodverklaring was namelijk erg lang. Ribbentrop hing 14 minuten voordat hij stierf. Keitel 24 minuten. Frick sloeg in zijn val met het gezicht tegen de rand van het gat. De ter dood veroordeelden werden vlak na hun terdoodbrenging vervoerd naar een concentratiekamp, alwaar de lichamen in een nog in bedrijf zijnde oven van dit kamp werden verbrand. Hun as werd verstrooid over de rivier de Isar.
Externe link