Het hanafisme is binnen de soennitische islam een van de vier scholen (madhhabs) ten aanzien van de godsdienstige wet, de fiqh.
Opgericht door imam Abu Hanifa wordt het beschouwd als de school die het meest openstaat voor moderne en liberale ideeën. Godslastering wordt niet vervolgd door de wereldlijke overheid, hetgeen bij de andere scholen soms wel het geval is.
Van de vier rechtsscholen binnen de islam is het hanafisme de grootste. Het wordt wereldwijd gevolgd door ongeveer 45% van moslims. De andere drie andere scholen zijn shafisme, malikisme, en hanbalisme.
Het hanafisme is overheersend onder soennitische moslims in Afghanistan, Pakistan, India, Bangladesh, noordelijk Egypte (waar de invloed van Ottomanen het sterkst was), Turkije, Bosnië en Herzegovina, Albanië, onder de moslimgemeenschappen van de Balkan (in Bulgarije en Roemenië bijvoorbeeld), Centraal-Azië (Oezbekistan, Turkmenistan enz.), de moslims van China, de moslims van Rusland en Oekraïne (Tataren en Turken). Ook de meeste moslims in Europa zijn overwegend hanafiet.
Het naast elkaar bestaan van vier verschillende scholen met betrekking tot de interpretatie van godsdienstige wetten binnen de soennitische islam moet niet als een schisma worden gezien. Er bestaat tussen de verschillende madhhabs weinig tot geen vijandigheid. Er is een kruisbestuiving van ideeën en debat dat er toe dient de leerstellingen van iedere school te verfijnen. Het is niet ongewoon of verboden, dat een individu een bepaalde school volgt, maar voor een bepaalde kwestie het standpunt van een andere school inneemt.
(bron Wikipedia)