In de pogingen de werkdruk van de rechtbanken te ontlasten voor kleine vergrijpen en de gemeentes een grotere autonomie te verlenen om rust, veiligheid en "orde" te handhaven ter bestrijding van de verstoring van zogeheten overlast werden de gemeentelijke administratieve sancties bedacht.
De politierechter kan evenwel een administratieve geldboete verminderen tot onder het wettelijk vastgestelde bedrag om rekening te houden met verzachtende omstandigheden.(zie arrest Grondwettelijk Hof)
Voorafgaande voorwaarden:
Alvorens een gemeente gemeentelijke administratieve sancties kan toepassen, moet zij aan 3 voorwaarden voldoen:
• Aanpassen van het politiereglement/verordening
• Aanstellen van een gemeentelijke ambtenaar die de inbreuken zal vaststellen of beroep doen op politieambtenaren en/of hulpagenten
• Aanduiden van een gemeentelijke ambtenaar die de administratieve boetes zal opleggen
Wie kan vaststellen?
Gemeenteambtenaren die inbreuken kunnen vaststellen in het kader van artikel 119bis Nieuwe Gemeenwet moeten, ingeval zij beschikken over een getuigschrift lager secundair onderwijs, een ervaring hebben van 5 jaar ten dienste van de gemeente, die nuttig is voor het uitoefenen van de functie. Wat wordt bedoeld met “de functie” ?
De term functie slaat op de vaststellingstaak die aan de gemeenteambtenaar wordt opgelegd. De betrokken persoon moet binnen de gemeente min. 5 jaar ervaring hebben in het uitvoeren van een taak die raakvlakken vertoont met de huidige vaststellingsfunctie die hem wordt toevertrouwd ; er dient derhalve een zekere aanwijsbare band te zijn tussen de voorheen uitgeoefende functie en de huidige taak.
Let wel: Het Koninklijk besluit van 5 december 2004 houdende vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de gemeenteambtenaren moeten voldoen voorziet vier cumulatieve voorwaarden, in het bijzonder die met betrekking tot het diploma en/of beroepservaring en die met betrekking tot de opleiding. Het Koninklijk besluit voorziet niet dat aan één voorwaarde moet worden voldaan vóór een andere. Het is aan de gemeente zich ervan te vergewissen dat de ambtenaar aangewezen voor het vaststellen van de overtredingen aan alle gestelde voorwaarden voldoet.
Het Koninklijk besluit van 7 januari 2001 voorziet dat de gemeenteraad de gemeentesecretaris aanwijst in de hoedanigheid van ambtenaar belast met het opleggen van de administratieve boetes. De gemeenteraad kan eveneens een ambtenaar aanwijzen van een niveau waarvoor een universitair diploma van de tweede cyclus of een gelijkaardig diploma is vereist. Dit houdt in dat indien de gemeentesecretaris niet beschikbaar is, de gemeenteraad een andere persoon van niveau 1 in dienst van de gemeente kan aanwijzen. De reglementering verbiedt niet dat deze persoon deel uitmaakt van de preventiedienst van de gemeente, maar deze optie wordt niet aanbevolen. Het preventiewerk is namelijk een “nabijheidswerk” dat het opbouwen van contacten of liever gezegd samenwerking met de inwoners van de gemeente met zich meebrengt. De rol van “sanctionerend” ambtenaar, maakt het door het repressieve aspect niet mogelijk preventieve acties te verwezenlijken. De sanctionerende ambtenaar treedt op als een rechter, waardoor hij gehouden is tot de algemene regels van het strafrecht.
Uitvoering:
De beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete is uitvoerbaar na het verstrijken van de beroepstermijn (één maand vanaf kennisgeving). Op dat ogenblik krijgt de administratieve beslissing dezelfde waarde als een vonnis en kunnen zich rechtstreeks wenden tot de gerechtsdeurwaarder teneinde tot gedwongen uitvoering te laten overgaan.
Over welk soort overlast gaat het:
Hou je vast en tracht niet te glimlachen, dit is bloedernstig:
er is geen beperkende lijst en de gemeente heeft vrije interpretatie en kan haar inspiratie de vrije loop laten gaan waardoor vaak hilarische toestanden ontstaan: ondermeer het voederen van duiven of meeuwen, het reglementeren van hondepoeppreventie, graffiti, wildplakken, wildplassen, gebruik van een speeltuin door personen ouder dan 14 jaar, vechtpartijtjes zonder gewonden, taartgooien, nachtlawaai, vandalisme, moeskopperij (stelen van veldgewassen), het afsteken van vuurwerk en het niet reinigen van de straat, het gebruik van alcohol op bepaalde plaatsen en tijdstippen, kauwgom op de weg spuwen, het dragen van bepaalde kledij, het dragen van een boerka op straat, het blijven slenteren zonder doel of rondhangen in openbare gebouwen, telefooncellen, fietsen in in parken, het aftrekken van bladeren in parken, het houden van een vergadering, manifestatie in open lucht zonder voorafgaande toestemming, het organiseren van een muziekopvoering en grote feesten in een gesloten ruimte zonder voorafgaande melding, het verplicht gebruik van een leiband voor honden, het niet verwijderen van onkruid op je voetpad, het achterlaten van zwerfvuil met inbegrip van een papiertje van snoep of een sigarettenpeuk, het bedekken van het gezicht, geheel of gedeeltelijk, zodat het gezicht niet volledig zichtbaar is ter identificatie, het niet beëindigen van een (vals) alarmsignaal in woning of wagen, binnen 30 minuten of korter, het gebruik van vuurwerk, het voederen van een zwerfhond of zwerfkat, de olie van je wagen verversen op de openbare weg, het gebruik van een grasmaaier op zon- en feestdagen, verhuizen na 22 uur of voor 6 uur in de ochtend, belletje trek doen, stof maken bij de uitvoering van werken zonder voldoende afscherming, huisvuil deponeren in een publieke vuilbak, de vuilniszak buiten zetten voor 20 uur de dag voor de ophaling, reclame in een bus steken van een leegstaand huis en vele vele andere zaken die van gemeente tot gemeente verschillen.
Beroepsmogelijkheid
Er is mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij de politierechtbank