Evocatie is het recht van een hogere instantie om de bevoegdheid van een lagere instantie uit te oefenen, of naar zich toe te trekken.
Evocatierecht van de KI
de KI heeft de mogelijkheid, zolang zij niet beslist heeft of de inbeschuldigingstelling dient te worden uitgesproken, om een evocatierecht uit te oefenen, waarbij zij een lopend gerechtelijk onderzoek naar zich kan toetrekken, waardoor de onderzoeksrechter ontslaan wordt van het onderzoek. Een lid van de KI wordt dan aangeduid als ‘raadsheer-onderzoeker’, die belast wordt met het verdere onderzoek. Tot evocatie kan worden overgegaan ambtshalve door de KI of op verzoek van één van de partijen
uittreksel uit het wetboek van strafvordering
Art. 235.In alle zaken kunnen de kamers van inbeschuldigingstelling, zolang zij niet beslist hebben of de inbeschuldigingstelling dient te worden uitgesproken, om het even of de eerste rechters al dan niet een onderzoek hebben ingesteld, ambtshalve vervolgingen gelasten, zich de stukken doen overleggen, de zaak onderzoeken of doen onderzoeken, en daarna beschikken zoals het behoort.
Art. 235bis.<Ingevoegd bij W 1998-03-12/39, art. 32; Inwerkingtreding : 1998-10-02> § 1. Bij de regeling van de rechtspleging onderzoekt de kamer van inbeschuldigingstelling, op vordering van het openbaar ministerie of op verzoek van een van de partijen, de regelmatigheid van de haar voorgelegde procedure. Zij kan dit zelfs ambtshalve doen.
§ 2. De kamer van inbeschuldigingstelling handelt op dezelfde wijze in de andere gevallen waarin ze kennis neemt van de zaak.
§ 3. Wanneer de kamer van inbeschuldigingstelling ambtshalve de regelmatigheid van de rechtspleging onderzoekt en er een nietigheid, een grond van niet- ontvankelijkheid of van verval van de strafvordering kan bestaan, beveelt ze de debatten te heropenen.
§ 4. De kamer van inbeschuldigingstelling hoort, in openbare terechtzitting indien ze op verzoek van een partij daartoe besluit, de opmerkingen van de procureur-generaal, de burgerlijke partij en de inverdenkinggestelde.
§ 5. De onregelmatigheden, verzuimen of nietigheden als bedoeld in artikel 131, § 1, of met betrekking tot de verwijzingsbeschikking die door de kamer van inbeschuldigingstelling zijn onderzocht, kunnen niet meer opgeworpen worden voor de feitenrechter, behoudens de middelen die verband houden met de bewijswaardering [1 ...]1. Hetzelfde geldt voor de gronden van niet-ontvankelijkheid of van verval van de strafvordering, behalve wanneer ze zijn ontstaan na de debatten voor de kamer van inbeschuldigingstelling. De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing ten aanzien van de partijen die pas na de verwijzing naar het vonnisgerecht in de rechtspleging betrokken zijn, behalve indien de stukken uit het dossier worden verwijderd overeenkomstig artikel 131, § 2, of overeenkomstig § 6 van dit artikel.
§ 6. Wanneer de kamer van inbeschuldigingstelling een onregelmatigheid, verzuim of nietigheid als bedoeld in artikel 131, § 1, of een grond van niet-ontvankelijkheid of van verval van de strafvordering vaststelt, spreekt zij, als daartoe grond bestaat, de nietigheid uit van de handeling die erdoor is aangetast en van een deel of het geheel van de erop volgende rechtspleging. Nietig verklaarde stukken worden uit het dossier verwijderd en neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg, na het verstrijken van de termijn voor cassatieberoep. (De ter griffie neergelegde stukken mogen niet worden ingezien, en mogen niet in de strafprocedure worden aangewend.) <W 2001-07-04/40, art. 8, 028; Inwerkingtreding : 03-08-2001>
(NOTA : bij arrest nr. 86/2002 van 8 mei 2002, heeft het Arbitragehof, in artikel 235bis, § 6, de zin " De ter griffie neergelegde stukken mogen niet worden ingezien, en mogen niet in de strafprocedure worden aangewend. " vernietigd, zie B.S. 24-05-2002, p. 22509 - 22514).
Evocatierecht van de onderzoeksrechter
Het evocatierecht van de onderzoeksrechter is de mogelijkheid van de onderzoeksrechter om het volledige onderzoek naar zich toe te trekken, waarbij hij de procureur des Konings van het onderzoek ontlast. Hiertegen staat geen rechtsmiddel open.
De onderzoeksrechter is niet verplicht de door de procureur des Konings gevorderde dwangmaatregel uit te voeren vooraleer hij toepassing kan maken van zijn evocatierecht. De onderzoeksrechter die gebruik wil maken van het evocatierecht, moet dit echter wel uitdrukkelijk, schriftelijk en tijdig ter kennis brengen van de procureur des Konings.