Samenvatting
Het statuut van het cliënteel in het wettelijk stelsel:
Eigen zijn het recht op cliënteel, met inbegrip van het recht om als eigenaar van het cliënteel te handelen, tenzij het cliënteel is opgebouwd binnen een beroep dat de echtgenoten samen uitoefenen of een bedrijf dat ze samen uitbaten (art. 1401, § 1, nr. 7 BW). Gemeenschappelijk is de economische waarde van het cliënteel dat tijdens het stelsel door een van de echtgenoten in de uitoefening van zijn beroep of de uitbating van zijn bedrijf is opgebouwd, als het recht op dat cliënteel eigen is krachtens artikel 1401, § 1 nr. 7 BW (art. 1405, § 1, nr. 7 BW). Is het cliënteel niet zozeer door de echtgenoot-titularis zelf opgebouwd, maar werd het cliënteel gekocht van een voorganger of een concurrent, dan zal de economische waarde gemeenschappelijk zijn, voor zover de financiering minstens voor de helft met gemeenschapsgelden is gebeurd (cfr. art. 1404 BW en MvT, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-2848/1, 61.)
In het wettelijk stelsel bestuurt de de echtgenoot het cliënteel alleen. Zelfs wanneer het cliënteel "gemeenschappelijk" is, wordt dit cliënteel niet als zodanig in het gemeenschappelijk vermogen opgenomen. Enkel de economische waarde behoort tot het gemeenschappelijk vermogen. Bij de ontbinding van het stelsel wordt het cliënteel als zodanig niet in de te verdelen massa opgenomen. De economische waarde van het cliënteel wordt, zoals de beroepsgoederen en de aandelen, op de datum van de ontbinding van het huwelijksstelsel en niet op de datum van de verdeling bepaald (art. 1430, § 2, nr. 3 BW).
De waarde van het cliënteel wordt in het huwelijksvermogensrecht slechts in aanmerking genomen wanneer het cliënteel een vermogenswaarde heeft en dus in het economisch verkeer kan worden gebracht, lees te gelde gemaakt kan gemaakt worden en verhandelbaar is. Dit is overigens ook de enige correcte boekhoudkundige betekenis van goodwill (MvT, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-2848/1, 61.).
Deze regeling geldt zowel voor de ondernemer (van wie het cliënteel dan deel uitmaakt van zijn handelsfonds), als voor de ambachtsman, de verzekeringsmakelaar, de zelfstandige makelaar in onroerende goederen, de zelfstandige boekhouder, de architect, de advocaat, de arts, de notaris, de landmeter, de kinesist,...
Cliënteel dat opgebouwd werd door beide echtgenoten samen waarbij beide echtgenoten samen het beroep uitoefenen of de onderneming uitbaten is gemeenschappelijk (art. 1406 §2 BW). Dit cliënteel kan niet het voorwerp uitmaken van preferentiële toewijzing, gelet op de vrijheid van het cliënteel om met de ene of de andere verder te gaan..