"Alea iacta est" is een Latijns citaat (de teerling/dobbelsteen) is geworpen.
Tijdens de republiek mocht een generaal zijn staand leger niet in Rome brengen (na een veldtocht). Na een verovering diende de generaal zijn leger te ontbinden op geruime afstand van Rome. Een slagleger zou immers na een campagne op het idee kunnen komen onder de leiding van een generaal de macht in Rome over te nemen.
De uiterste noordelijke grens ten opzichte van Rome alwaar het leger diende ontbonden te worden, werd bepaald door het kleine beekje de Rubico(n).
Toen Caesar uit Gallië terugkwam na de verovering van wat Gallia Transalpina zou gaan heten, was zijn echtgenote, de dochter van Pompeius gestorven, waarmee ook zijn alliantie met Pompeius verdween en hij de macht in Rome wou grijpen (en greep). In plaats van aan de Rubico(n) zijn leger te ontbinden, waadde hij met zijn leger door het beekje op weg naar Rome.
Het oversteken van de Rubico(n) (een grensrivier tussen Latium, dat door de Senaat werd bestuurd, en de Romeinse provincie Gallia Cisalpina) was aldus een bewuste provocatie, die hij zelf in de verf stelde met de woorden "de teerling is geworpen". Caesar sprak zoals de elite in Rome Grieks, zeker in plechtstatige uitlatingen. Hij zij dus niet "Alea iacta est" maar:
"แผλληνιστแฝถ πρแฝธς τοแฝบς παρฯντας แผκβοฮฎσας, « แผνερρฮฏφθω κฯβος », διεβฮฏβαζε τแฝธν στρατฯν.
Hij [Caesar] verklaarde in het Grieks met luide stem aan de aanwezigen « De teerling is geworpen» en leidde het leger naar de overkant."
— Plutarchus, Pompeius 60.2.
Zo origineel was Caesar ook niet in zijn uitspraken. Caesar heeft de uitdrukking ontleend aan Menander, zijn favoriete Griekse komedieschrijver. Toch gaat de uitdrukking ten onrechte de geschiedenis in als een uitspraak van Caesar.