Albert Marie Adolph Kluyskens: geboren 6 juni 1885 en overleden 21 december 1956.
Behaalde in 1908 behaalde de academische graad van doctor in de rechten. Na zijn studies wordt Kluyskens advocaat aan de Gentse balie. In 1919 verlaat hij de balie om adjunct-referendaris te worden bij de Rechtbank van Koophandel te Gent. Vier jaar later, in 1923 besluit Kluyskens om een carrière in de magistratuur op te geven en over te stappen naar de academische wereld. Hij wordt aan de universiteit van Gent benoemd als Nederlandstalig docent burgerlijk recht. Datzelfde jaar schrijft hij zich terug in aan de Gentse balie.
In 1928 wordt hij buitengewoon hoogleraar, in 1935 gewoon hoogleraar, tussen 1933 en 1936 is hij decaan van de rechtsfaculteit van de Gentse universiteit alwaar hij in 1950 tot rector van de Rijksuniversiteit Gent wordt benoemd voor een periode van drie jaar. In 1955 gaat Kluyskens met emeritaat, na een academische carrière van 33 jaar.
Als advocaat was Kluyskens hield vooral actief in het personen- en familierecht en handelsrecht. Van 1946 tot 1948 was hij stafhouder van de Gentse balie. Het jaar daarop verliet hij de balie en werd ere-advocaat.
Politieke loopbaan:
Bij de verkiezingen van 1936 wordt Albert Kluyskens verkozen als volksvertegenwoordiger voor de Katholieke Volkspartij. Hij wordt herverkozen zal in totaal 10 jaar in de Kamer zetelen. In 1946 wordt hij verkozen tot senator voor de Katholieke Volkspartij.
Als politicus was Kluyskens nauw betrokken bij een aantal belangrijke dossiers zoals de oprichting van de Raad van State en de hervorming van de Nationale Bank van België.
Albert Kluyskens pionier van de Vlaamse rechtscultuur
Net zoals de andere domeinen van het maatschappelijk leven was de Belgische juridische wereld aan het begin van de 20ste eeuw volledig ééntalig Frans. Van de wetgeving, de rechtspraak en de rechtsleer bestonden geen Nederlandstalige versies. In het kader van de meer algemene beweging naar Vlaamse emancipatie die in die dagen tot ontwikkeling kwam, ontstond er in Vlaanderen ook de drang naar de invoering van het Nederlands in het recht en de rechtscultuur.
In 1926 stond Kluyskens mee aan de wieg van het Vlaams Rechtsgenootschap (het VRG), de vereniging van Nederlandstalige rechtenstudenten aan de universiteit van Gent. Kluyskens werd gevraagd als ere-voorzitter van de kersverse studentenclub. Hij benadrukte het grote belang voor de studenten om het Nederlands te gebruiken tijdens hun studies en hun latere beroepsleven. Hij stond hierbij voor een pragmatische aanpak: het Nederlands moest in de juridische wereld worden ingevoerd, niet door theatrale bijeenkomsten, maar door daden en werken. Kluyskens stond zo mee in voor de vorming van de eerste generatie Vlaamse, Nederlandstalige juristen. Tussen 1925 en 1945 verschijnt het magnum opus van Kluyskens: Beginselen van het Burgerlijk Recht. Dit achtdelige boek was het eerste Nederlandstalige handboek over het Belgisch burgerlijk recht. Het was één van de belangrijkste bijdragen aan de prille Vlaamse rechtsleer.
Albert Kluyskens Rector RUG