Uittreksel uit het wetboek van economisch recht
Link naar de bepalingen van het WER (wetboek economisch recht) Boek VI inzake de marktpraktijken en consumentenbescherming
Marktpraktijkenwet Boek IV WER weergave op elfri.be
Link naar het integrale wetboek van economisch recht
Agressieve marktpraktijken jegens consumenten
Art. VI.94. [
1 Zijn oneerlijk, de handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten die :
1° misleidend zijn in de zin van de artikelen VI.97 tot en met VI.100, of
2° agressief zijn in de zin van de artikelen VI.101 tot en met VI.103.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Afdeling 4. - [1 Agressieve handelspraktijken]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. VI.101. [1 Als agressief wordt beschouwd een handelspraktijk jegens consumenten die, in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden in aanmerking genomen, door intimidatie, dwang, inclusief het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk beperkt of kan beperken, waardoor hij ertoe wordt gebracht of kan worden gebracht over een transactie een besluit te nemen dat hij anders niet had genomen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. VI.102. [1 Om te bepalen of er bij een handelspraktijk gebruik wordt gemaakt van intimidatie, dwang, inclusief lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, wordt rekening gehouden met :
1° het tijdstip, de plaats, de aard en de persistentie van de handelspraktijk;
2° het gebruik van dreigende of grove taal of gedragingen;
3° het bewust uitbuiten door de onderneming van bepaalde tegenslagen of omstandigheden die zo ernstig zijn dat zij het beoordelingsvermogen van de consument kunnen beperken, met het oogmerk het besluit van de consument met betrekking tot het product te beïnvloeden;
4° door de onderneming opgelegde, kosten meebrengende of bovenmatige niet-contractuele belemmeringen ten aanzien van rechten die de consument uit hoofde van het contract wil uitoefenen, waaronder het recht om het contract te beëindigen of een ander product of een andere onderneming te kiezen;
5° het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. VI.103. [1 Worden onder alle omstandigheden, als oneerlijke handelspraktijken beschouwd, de volgende agressieve handelspraktijken :
1° de indruk geven dat de consument het pand niet mag verlaten alvorens er een overeenkomst is opgesteld;
2° de consument thuis opzoeken en zijn verzoek om weg te gaan of niet meer terug te komen negeren, behalve indien, en voor zover gerechtvaardigd volgens de wettelijke of reglementaire bepalingen, wordt beoogd een contractuele verplichting te doen naleven;
3° hardnekkig en ongewenst aandringen per telefoon, fax, e-mail of andere afstandsmedia, onverminderd :
a) de wettelijke of reglementaire bepalingen die dit toelaten om de uitvoering van een contractuele verplichting te verzekeren;
b) artikel VI.110; en
c) artikel XII. 13;
4° een consument die op grond van een verzekeringspolis een vordering indient, om documenten vragen die redelijkerwijs niet relevant kunnen worden geacht om de geldigheid van de vordering te beoordelen, dan wel systematisch weigeren antwoord te geven op daaromtrent gevoerde correspondentie, met de bedoeling de consument ervan te weerhouden zijn contractuele rechten uit te oefenen;
5° kinderen er in reclame rechtstreeks toe aanzetten om geadverteerde producten te kopen of om hun ouders of andere volwassenen ertoe over te halen die producten voor hen te kopen;
6° vragen om onmiddellijke dan wel uitgestelde betaling of om terugzending of bewaring van producten die de onderneming heeft geleverd, maar waar de consument niet om heeft gevraagd;
7° de consument uitdrukkelijk meedelen dat, als hij het product niet koopt, de baan van de betrokkene of de bestaansmiddelen van de onderneming in het gedrang komen;
8° de bedrieglijke indruk wekken dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen dan wel door een bepaalde handeling te verrichten een prijs zal winnen of een ander soortgelijk voordeel zal behalen,
- als er in feite geen sprake is van een prijs of een ander soortgelijk voordeel; of
- als het ondernemen van stappen om in aanmerking te kunnen komen voor de prijs of voor een ander soortgelijk voordeel afhankelijk is van de betaling van een bedrag door de consument of indien daaraan voor hem kosten zijn verbonden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Agressieve marktpraktijken jegens ondernemingen:
Afdeling 3. [1 Agressieve marktpraktijken]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2019-04-04/53, art. 32, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. VI.109/1. [1 Als agressief wordt beschouwd een marktpraktijk die, in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden in aanmerking genomen, door intimidatie, dwang, inclusief het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de onderneming met betrekking tot het product aanzienlijk beperkt of kan beperken, waardoor zij ertoe wordt gebracht of kan worden gebracht over een transactie een besluit te nemen dat zij anders niet had genomen.
Voor de toepassing van deze afdeling dient onder ongepaste beïnvloeding te worden verstaan : het uitbuiten door een onderneming van een machtspositie ten aanzien van de andere onderneming om, zelfs zonder gebruik van of dreiging met fysiek geweld, druk uit te oefenen op een wijze die haar vermogen om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk beperkt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2019-04-04/53, art. 33, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. VI.109/2. [1 Om te bepalen of er bij een marktpraktijk gebruik wordt gemaakt van intimidatie, dwang, inclusief lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, wordt rekening gehouden met :
1° het tijdstip, de plaats, de aard en de persistentie van de marktpraktijk;
2° het gebruik van dreigende of grove taal of gedragingen;
3° het bewust uitbuiten door de onderneming van bepaalde tegenslagen of omstandigheden die zo ernstig zijn dat zij het beoordelingsvermogen van de onderneming kunnen beperken, met het oogmerk haar besluit met betrekking tot het product te beïnvloeden;
4° door de onderneming opgelegde, kosten meebrengende of bovenmatige niet-contractuele belemmeringen ten aanzien van rechten die de andere onderneming uit hoofde van het contract wil uitoefenen, waaronder het recht om het contract te beëindigen of een ander product of een andere onderneming te kiezen;
5° het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen;
6° de contractuele positie van een onderneming ten aanzien van de andere onderneming.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2019-04-04/53, art. 34, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. VI.109/3.[2 Oud Artikel VI.108]2 [1 Het is verboden voor een onderneming om aan een andere persoon, zonder dat deze hierom eerst heeft verzocht, enig goed toe te zenden, met het verzoek dit tegen betaling van zijn prijs te verwerven, het te bewaren of het, zelfs kosteloos, aan de afzender terug te zenden.
Het is eveneens verboden voor een onderneming om aan een andere persoon, zonder dat deze hierom eerst heeft verzocht, enige dienst te verlenen met het verzoek die dienst, tegen betaling van zijn prijs, te aanvaarden.
[2 ...]2
In geen geval is de geadresseerde verplicht de verleende dienst of het toegezonden goed te betalen noch het terug te zenden. Het feit dat de geadresseerde niet reageert op de prestatie van de dienst of de levering van het goed betekent niet dat hij er mee instemt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
(2)<W 2019-04-04/53, art. 31, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>