Aanranding van de eerbaarheid is iedere met de zeden strijdige en als dusdanig gewilde daad, welke op of met behulp van een welbepaalde persoon, zonder diens geldige toestemming wordt gepleegd en waarbij het algemene eerbaarheidsgevoel wordt gekrenkt. Dit misdrijf vereist het stellen van handelingen met een bepaalde ernst, die afbreuk doen aan de seksuele integriteit van een persoon zoals die ook door het collectief bewustzijn van een bepaalde maatschappij op een bepaald tijdstip, wordt ervaren. Het veronderstelt dat de pleger de bij wet verboden handeling wil stellen, in de objectieve wetenschap dat deze immoreel of obsceen is.
Aanranding van de eerbaarheid bestaat zodra er een begin van uitvoering is (art. 374 Sw.). Poging tot aanranding van de eerbaarheid bestaat dus niet (A. De Nauw, Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2010, 144).
Definitie Hof van CassatieAanranding op de eerbaarheid is iedere met de zeden strijdige en als dusdanig gewilde daad, welke op of met behulp van een welbepaalde persoon zonder diens geldige werd gepleegd en waarbij het algemeen eerbaarheidsgevoel werd gekrenkt. Zij vereist dat handelingen van een bepaalde ernst worden gesteld die afbreuk doen aan de seksuele integriteit van een persoon zoals die door het collectief bewustzijn van een bepaalde samenleving op een bepaald tijdstip worden ervaren; (Cass. 24 mei 2011, Arr. Cass. 2011, 1327, NC2012, 60, noot B. KETELS).
Noch het subjectief aanvoelen noch van de dader, noch door het slachtoffer noch van degene die de feiten moet beoordelen een criterium om de strafbaarheid te bepalen.
Aantasting op de eerbaarheid (vandaag aantasting op de seksuele integriteit geheten zijn te aanzien aan handeling die gericht te zijn op de geslachtsorganen of de secundaire geslachtskenmerken, die een erogeen karakter hebben, met name de borsten van een vrouw.
Handelingen gericht op andere lichaamsdelen, ook al hebben zij een seksuele beleving of beroering van de dader of het slachtoffer tot gevolg, ressorteren volgens de klassieke rechtsleer niet onder aanranding van de eerbaarheid, behoudens indien tenzij zij een begin van uitvoering zouden uitmaken (art. 374 Sw.).
Na de "#metoo" beweging is een tendens ontstaan, om meer gedragingen als ongeoorloofd in de zin van grensoverschrijdend te aanzien en elk ongeoorloofd gedrag ten aanzien van vrouwen te bestraffen, met inbegrip van daden die eerder zielig zijn of wijzen op fixaties.
De eerbaarheid en de integriteit zijn tijd en plaatsgebonden en dus verbonden met het criterium van het collectief bewustzijn aangaande de seksuele integriteit. Niet elke strafrechter zal dit op zelfde wijze beoordelen.
Let wel in het nieuwe seksueel strafrecht spreken we niet meer over aanranding van de eerbaarheid maar over de aantasting van de seksuele integriteit . Zie artikel Art. 417/7. Strafwetboek.